Vruchtbare blaadjes van Japanse klimvaren (Lygodium japonicum) (Foto: Forest & Kim Starr, Wikimedia Commons, 20037)

Japanse klimvaren

Japanse klimvaren komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië en heeft zich nog niet in Europa gevestigd. In de Verenigde Staten, waar de soort is geïntroduceerd als sierplant, gedraagt de plant zich invasief. De plant vormt dichte bestanden waardoor inheemse plantensoorten worden verdrongen. Japanse klimvaren kan zich in het Nederlandse klimaat niet in de natuur vestigen maar komt wel voor in botanische tuinen (onder glas).

Hoe herken ik Japanse klimvaren?

Japanse klimvaren (Lygodium japonicum) is, zoals de naam al aangeeft een klimmende varen uit Zuidoost-Azië en Japan die hier tot 1,5m hoog klimt, maar in zijn oorspronkelijke leefgebied wel 30 meter hoog kan worden. De plant heeft kruipende wortelstokken (rhizomen) die met zwarte of roodbruine haren bedekt zijn. De lianen zijn gegroefd en kunnen 3-30 m lang worden. De samengestelde bladeren hebben een driehoekig silhouet, zijn 10-20 cm lang en breed en groen tot lichtgroen van kleur.

Er zijn twee typen bladeren, steriele bladeren met meerdere lobben en vruchtbare bladeren met veel kleine vingervormige uitgroeisels. De afzonderlijke blaadjes zijn sterk ingesneden en hebben een behaarde middennerf. Vruchtbare blaadjes hebben twee rijen sporangia ingeplant op een opgerolde bladrand. De sporen zijn roestbruin, hebben een diameter van 64-80 µm en zijn goed zichtbaar in de herfst.

Klimvarensooten lijken op elkaar, kijk hier voor de look-a-likes.

Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.

Herkomst – Waar komt Japanse klimvaren vandaan?

Japanse klimvaren komt oorspronkelijk uit Zuidoost-Azië en groeit daar vooral in vochtige gebieden, zoals langs rivieren en in wetlands van zeeniveau tot op 2550 m hoogte. Het is een pionierssoort en groeit vaak op open plekken. Ook in zijn natuurlijke verspreidingsgebied heeft de klimvaren de neiging te woekeren. 

Verspreiding – Waar komt Japanse klimvaren voor?

Japanse klimvaren is vanuit z’n oorspronkelijke verspreidingsgebied op verschillende continenten geïntroduceerd als sierplant. Rond 1900 is de plant in de Noord-Amerikaanse staat Georgia geïntroduceerd en heeft zich van daaruit verspreid over het gehele zuidoosten van de VS. Later is de plant ook aangetroffen in Zuid-Afrika, Singapore en Australië.

In Nederland komt de soort niet in de natuur voor omdat het klimaat niet geschikt is, maar de klimvaren wordt wel als kamerplant verkocht. De verwachting is dat ook op termijn het klimaat hier, als gevolg van klimaatverandering, niet geschikt(er) wordt voor vestiging van deze klimvaren. Alleen in het meest extreme klimaatscenario dat in de Europese risicobeoordeling is doorgerekend, zou het klimaat in 2070 geschikt voor vestigingen in een groot aantal EU-lidstaten, waaronder Nederland.

Risico’s - Wat zijn de problemen?

In gebieden waar Japanse klimvaren zich invasief gedraagt vormt het dichte bestanden waardoor inheemse planten en ook diersoorten worden verdrongen. Bomen en struiken kunnen helemaal overwoekerd worden. De aanwezigheid van de plant versterkt de effecten van bosbranden waardoor de biodiversiteit verder afneemt. Bosbranden leiden ook tot verminderde opbrengsten uit houtkap.

Het risico dat Japanse klimvaren in nieuwe gebieden wordt geïntroduceerd, is groot vanwege de zeer kleine sporen die gemakkelijk door de wind en waterlopen worden verspreid. Sporen kunnen ook meeliften met kleding, machines, potplanten, in de vacht van dieren, hout en strooisel.

Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?

Preventie is de meest kosteneffectieve aanpak van invasieve exoten. Dat wil zeggen dat zoveel mogelijk moet worden voorkomen dat de soort in de natuur terecht komt. Om nieuwe (onbedoelde) introducties te voorkomen worden particulieren opgeroepen om geen planten uit het buitenland mee naar huis te nemen.

Hoewel Japanse klimvaren in Nederland nog niet voorkomt, is het belangrijk om waakzaam te zijn en te voorkomen dat de soort zich hier, bijvoorbeeld vanuit tuinen verder verspreid. In dat kader is het belangrijk waarnemingen door te geven. Japanse klimvaren gezien? Geef je waarneming dan door via de NOVA-app of Waarneming.nl.

Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?

De kans dat Japanse klimvaren zich in de Nederlandse natuur zal vestigen is klein, maar mocht er toch een plant worden aangetroffen dan is het advies deze zo snel mogelijk te verwijderen. Kleine planten kunnen handmatig worden uitgetrokken, waarbij het hele wortelsysteem moet worden verwijderd. Als de planten te groot zijn, is toepassing van een onkruidbestrijdingsmiddel op basis van glyfosaat een mogelijkheid. De behandeling moet voor midden september worden uitgevoerd, anders kunnen de sporen zich alsnog in de weide omgeving verspreiden.

Wet & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?

Japanse klimvaren (Lygodium japonicum) staat op de Unie-lijst van zorgwekkende invasieve uitheemsesoorten. Dat betekent dat er een Europees verbod van kracht is op bezit, handel, kweek, transport en import van de soort. Daarnaast geldt voor lidstaten de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. En als dat niet lukt, om de populatie zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen.

Japanse klimvaren planten in (botanische) tuinen mogen blijven staan, maar de plant mag zich niet vermeerderen. Hieraan voldoen is vrijwel onmogelijk omdat de plant zich vermeerdert via grote aantallen zeer kleine sporen die gemakkelijk via de wind worden verspreid. Vermeerdering kan alleen worden voorkomen door de hele plant te verwijderen.

Waar vind ik meer informatie?

Leadfoto: Forest & Kim Starr, Wikimedia Commons, 2003

Gepubliceerd 28 juni 2023